Marya Dekker, coördinator, oprichter en hoofd verzorging van de Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden, met één van de ex-zwervertjes die permanent bij haar wonen omdat ze te zwak zijn om buiten te overleven

dinsdag 4 juli 2017

Reddingsactie 2 ...

Soms loopt een reddingsactie goed af, zoals met Duif. Soms ook minder goed, en dat blijft knagen. Het is lastig om dat soort acties uiteindelijk los te moeten laten...

Ik sta op het punt om vrijdagavond naar bed te gaan als ik een sms krijg van onze Annet. Deze dorpsgenote verzorgt het groepje zwerfkatten bij de papierfabriek en is al jaren verbonden met onze stichting. Ze houdt ook heel scherp allerlei facebook-oproepen in de gaten en als het echt nodig is, brengt ze ons op de hoogte. Zo ook deze gure nacht. Via de Dierenambulance Kennemerland (DAK) is er een melding binnengekomen van een zwarte poes met een rose of rood halsbandje die is aangereden in de buurt van TaTasteel. 

Tegenover het oorlogsmonument, vlakbij de hoofdingang van TaTasteel, is de zwarte poes overreden. Er wordt daar geregeld veel te hard gereden, maar dit lijkt op een ongelukkig ongeluk. De bestuurder heeft alle moeite gedaan om de kat te helpen...

Een auto schijnt vol over haar heen gereden te zijn, waarop de kat de bosjes is ingevlucht. De bestuurder is, samen met onze collega's van het DAK, ruim anderhalf uur aan het zoeken geweest. In de hoop de vermoedelijk zwaar gewonde kat te vinden. Tevergeefs...
Ik kijk op de klok en naar buiten. Het is bijna half één middennacht, pikkedonker en het regent pijpestelen. In deze condities ga je een zwarte kat nooit vinden. Ik vind het vreselijk om me daar bij neer te moeten leggen, maar na een rusteloze nacht besluiten Annet en ik een tweede zoekactie te starten.

Als we zaterdags op de aangegeven plek arriveren zoekt de moed ons in de schoenen. In dit geval rubberlaarzen. De vegetatie is ondoorkoombaar en alles is zeiknat en glibberig. Manshoge brandnetels, dicht struikgewas en kreupelhout. De kat zou een meter voor je kunnen liggen zonder dat je haar ziet. Met de moed der wanhoop begeven we ons aan de loodzware taak. Minutieus hebben we de bosschages onderzocht. Met lange stokken de onbereikbare plekken doorwoeld, en op handen en voeten het struikgewas door gekropen. Tevergeefs ....

Het idee dat het beestje ergens verlamd of zwaar gewond verscholen ligt vreet aan ons. De kans dat deze kat inmiddels is overleden lijkt groot. Maar dan hadden we zeker een dode kat moeten aantreffen. Of heeft ze mazzel gehad en is ze op wonderbaarlijke wijze door het oog van de naald gekropen? Is de bestuurder alleen over haar staart gereden? Met een dergelijke verwonding kan ze makkelijk al kilometers verder op zijn. Maar dan red ze zich verder ook. Het blijft een raadsel. Het lijkt onwaarschijnlijk dat ze heel ver heeft kunnen komen. Maar waar is de kat in vredesnaam?

Het gebied is groot. Te groot om geheel te doorzoeken. Tegen de avond besluiten we het echter nog één maal te proberen. Maar ook nu levert het niets op. Ook is er geen melding gemaakt van een vermiste zwarte kat. Tot ik ineens in mijn achterhoofd een belletje hoor rinkelen. Bijna twee jaar geleden is de zwarte poes van kennissen weggelopen en nooit meer teruggevonden. Zij droeg een rood halsbandje. Zou dit Lucy zijn? Het zou verklaren waarom niemand zich als mogelijke eigenaar meld. Het zou ook verklaren waarom we geen gewonde kat hebben gevonden. Lucy zou inmiddels (deels) verwilderd zijn, en een verwilderde kat laat zich moeilijker vinden dan een tamme!

Annet stelde direct voor om te helpen zoeken ondanks haar drukke schema. Samen met vrijwilligers van het DAK en de bestuurder van de auto is er meer dan 5 uur gezocht naar het slachtoffertje, in de meest lastige en ongunstigste omstandigheden...

Ontmoedigd en teleurgesteld staan we op het punt om in de auto te stappen als ik ineens wat kattendrollen vind. Ze zijn opgedroogd en zeker niet vers, maar het blijft vreemd op op die plek een paar drollen tegen te komen. Ik ga verder op onderzoek uit en vind op de rand van dicht struikgewas ineens een diepe put. Als daar een kat per ongeluk in zou vallen, kan hij er nooit zelf uitkomen. Ik steek een lange stok in de put en het lijkt of er tegen aan getikt wordt. Precies wat een verwilderde, angstige kat zou doen. Is dit mijn hersenschim? Zie ik spoken?

Maar ook Annet lijkt hetzelfde te voelen. Met het licht van onze mobieltjes zien we te weinig, al is het wel duidelijk dat er onder op de bodem een opening is naar een andere gang. Een dier zou zich hier kunnen verschuilen. We gooien wat brokjes in de put en besluiten later terug te komen. Verder zal deze put afgesloten moeten worden, hij is levensgevaarlijk! Maar niet voordat we honderd procent zeker weten of er iets in opgesloten zit...

De dag daarop controleert Annet de diepe put, waar ik uren daarvoor nog een lange plank in heb gezet. Het moet mogelijk zijn voor een kat om er zo uit te klimmen. Annet stuurt me meteen een berichtje; alle brokjes zijn weg! Maar wie heeft ze opgegeten? Zit er echt een kat of hebben de ratten een feestmaal gehad? Omdat ze nu verder even niets kan doen, laat ze meer brokjes achter in de put en vertrekt.

Gelukkig heeft Annet een 'wildlife-camera' en hebben we daar vaker met succes gebruik van gemaakt. Het is een prima middel om 's avonds te zien welke dieren of zwerfkatten er rondlopen in een bepaald gebied. Vanavond gaan we de camera installeren bij de put en hopen we uit de onzekerheid te zijn. En vooral op een goed resultaat. Hoe vervelend ook voor het dier, maar ergens duimen we dat de kat inderdaad in deze put zit, want dan maakt ze een goede kans om nog gered te worden. En anders zien we het heel somber voor haar in. Wordt vervolgt....
Als we verder niets aantreffen in de put, houdt de zoekactie op. Al kost het ons veel moeite om dat te accepteren ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten