Elf jaar geleden werd onze hulp ingeroepen. Bij een oudere dame uit ons dorp liepen heel veel zwerfkatten. Niets gecastreerd, dus ook veel kittens. De buurt klaagde al jaren over de situatie, vooral omdat er ook geregeld dode kittens gevonden werden.
De bejaarde vrouw bedoelde het goed maar de zorg voor 'haar' verwilderde zwervertjes groeide haar duidelijk boven het hoofd. Helaas kostte het ons veel moeite om haar zover te krijgen onze hulp te accepteren. Vooral de kittens liepen allemaal rond met Niesziekte, de een was er nog erger aan toe dan de ander. Pas toen we beloofden de volwassen katten gecastreerd terug te geven, mochten we eindelijk alle kittens wegvangen voor broodnodige medische zorg en herplaatsing.
Het kleine zwarte kitten wat er het meest slecht aan toe was, kregen we echter niet te pakken. Dag in, dag uit waren we er mee bezig en haar toestand verslechterde onder onze ogen. Ze was zo ziek dat ze zich alleen nog maar verstopte, eigenlijk om te sterven. Tot ik op een goede dag, na de zoveelste vergeefse vangpoging, mijn net in de bomen wilde hangen. Juist op het moment dat ik weg wilde lopen zag ik uit mijn ooghoek over de schutting heen, het zwarte hoopje ellende uit de struiken komen. Oogjes vrijwel dicht van de aangekoekte puss, broodmager en wankelend op de pootjes. Ik wist intuïtief dat ik snel moest handelen. Tijd om de tuin in te lopen had ik niet. Met een zwaai heb ik het net over de schutting gezwieperd en als het ware het kitten zo opgeschept...Meer met geluk dan wijsheid had ik eindelijk het verbouwereerde kitten in mijn handen!
Ik heb haar Maybe genoemd. Engels voor Misschien...
Want Misschien kon ik haar te pakken krijgen. En Misschien zou ze het
dan redden. De toekomst was zo onzeker voor dit half-wilde maar
doodzieke beestje. We hebben hard gevochten, kleine Maybe en Ik.
Ze
is nooit meer weggegaan. Ze werd mijn kleine zwarte schaduw. Als ziek
kitten nam ik haar overal mee naar toe, omdat ze om de paar uur
vloeibaar eten moest krijgen. Zo nam ik haar ook mee op bezoek bij een
oom, waar ik haar even uit het oog verloor. Uiteindelijk hebben we het
hele huis op zijn kop gezet voor we haar vonden; weggekropen achter het
keukenblok. Wat er vervolgens bijna geheel uitgesloopt moest worden.
Gelukkig konden we er later om lachen...
Maybe had schijnbaar iets met keukens want ook bij mij thuis koos ze het aanrecht uit als haar vaste plekje. Dichtbij haar maatje, kater Robin. Veilig uit de buurt van bezoekers, maar dicht bij mij zodra ik ging afwassen of andere zaken bij het aanrecht had af te handelen. Dan kwam ze steevast naar me toe. Kopjes gevend, haar lijfje tegen me aanvleiend. En altijd zachtjes love-bites gevend. Haar witte tandjes in mijn wang of bovenarm, zo lief en voorzichtig! De zwarte Maybe is altijd eenkennig gebleven maar was wel volkomen op haar gemak, bovenop het aanrecht. Volop gebruikmakend van die speciale momentjes tussen ons samen.
Na het overlijden van vriendje Robin, enige jaren geleden, werd Maybe steeds dapperder en bezocht ze me zelfs in de huiskamer, of een enkele keer troffen we haar in het buitenverblijf, genietend van de warme zon op haar blote buik. Maar vorige week werd ze ziek. Bij de dierenarts konden we geen verklaring vinden voor het vermageren, het spugen. Een afspraak voor verder bloedonderzoek werd gemaakt. Het heeft zover niet mogen komen. Mijn kleine bescheiden Maybe vond ik dood in het mandje in de opvang, waar ze heel soms perse naar toe wilde. Ze is elf jaar geworden en vermoedelijk gestorven aan een tumor. Misschien...
Haar plek op het aanrecht is leeg. Er wacht me geen tedere love-bites meer. Geen glimmende groene oogjes die me vol vertrouwen aankijken. Het doet zo pijn. Het is zo leeg zonder de aanrechtknuffelaar. Mijn lieve kleine Maybe, misschien...misschien tot ooit?
Foto: Maybe (links) en Robin (rechts)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten