Marya Dekker, coördinator, oprichter en hoofd verzorging van de Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden, met één van de ex-zwervertjes die permanent bij haar wonen omdat ze te zwak zijn om buiten te overleven

maandag 31 maart 2014

Waarom ik soms niet van katten hou ...

22 maart 2014, donderdag;

Het is donderdag, en dus is onze stagiair Lesley aanwezig. Toevallig is het ook nog eens zijn verjaardag en wijken we iets af van ons normale werkschema. Uiteindelijk zou deze dag echter gehéél anders verlopen dan we hadden ingepland, en is het poes Koekie die voor de nodige commotie zorgt.

Terwijl we een feestelijk gebakje proberen te eten onder brede belangstelling van onze kattige vrienden, komt oude Koekie aanlopen met iets in haar bek. Nog geen vijf minuten daarvoor liep ze met een speelgoedmuis rond te slepen, dus heel vreemd kijken we niet op. Tot het 'iets' beweegt. Krijg nu wat, ze heeft een echte muis te pakken!
Hier lag onze oude Koekepoes in een ovenschaal te slapen
Het kost enige overredingskracht maar uiteindelijk laat Koekie haar buit los, met duidelijke tegenzin. Als ik de muis van haar overneem blijkt het om een piepklein baby-muisje te gaan. Heel even denk ik dat hij al dood is, maar plots probeert hij het toch op een lopen te zetten. Ik kan hem nog net vasthouden. Maar wat nu te doen?

Eerst controleer ik of hij bijtwonden heeft; want als dat het geval is, is het beestje sowieso ten dode opgeschreven door de bacteriën die vanuit de kattenbek zijn lijfje zijn geïnjecteerd. Iedereen die wel eens door een kat gebeten is, weet dat je daar bijzonder pijnlijke ontstekingen aan kunt overhouden. De muis lijkt echter ongeschonden. Ik heb geen idee waar ze het diertje vandaan heeft gevist, dus terugzetten in de buurt van zijn nest is geen optie.

Het muisje is een week of drie oud en heeft ongetwijfeld zijn moeder nog nodig. Zonder haar zorg is hij vrijwel kansloos. Bij gebrek aan mama-muis moeten wij proberen het diertje in leven te houden. Een vrijwel onmogelijke klus maar wat moeten we anders? Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om de kleine te doden. Daarbij is Lesley als een blok gevallen voor het beestje en de uren daarna staan in het teken van Kleine Muis. 

Lesley belt met zijn moeder, of Kleine Muis mee naar huis mag. Er wordt op internet gekeken om wat voor soort muis het gaat (huismuis) en wat het nodig heeft. Als om 15 uur Lesley's vervoer voor de deur staat gaat hij bepakt en bezakt richting Haarlem, met Kleine Muis in een bakje. Babymelkpoeder, zaden, meelwormen en een mini-kruikje erbij. Hij gaat proberen om Kleine Muis met een pipet te voeren en heel hard duimen dat hij al zelfstandig kan eten. Ik blijf achter met een onafgewerkt program en een diep gevoel van liefde voor deze onverwachte kleine gast.

De volgende ochtend krijg ik het droeve bericht dat Kleine Muis het niet heeft gered. Diep in mijn hart wist ik natuurlijk wel dat het een bijna onmogelijke taak was. Ik hoop dat ik Lesley voldoende had voorbereid op de mogelijkheid dat het beestje zou sterven en hij niet te veel van slag is. Gek genoeg ben ik dat zelf wel en mijn gedachten dwalen die ochtend geregeld af naar het smalle grijze snoetje met de piepkleine kraaloogjes. We hadden toch zo gehoopt ..... 
Dag lieve Kleine Muis !
Kleine Muis had ons hart veroverd ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten